En dan is het jouw kind ... Valent, Annemiek

Uitverkocht
€ 22,50

...dat alles overstijgt. Relaas van een moeder die als ambulancechauffeur haar eigen kind aantreft bij een eenzijdig dodelijk ongeval.

Dit verhaal zullen sommige mensen niet kunnen lezen. Het is niet zomaar een verhaal van een ambulancechauffeur die veel mee- maakt. Het is vooral een moeder die hier schrijft over de onvoor- waardelijke liefde voor haar zoon, die op 19-jarige leeftijd do- delijk verongelukt. Dat zij met haar ambulance naar dat ongeluk wordt toegestuurd, is niet te bevatten, maar waargebeurd. En hoe zij deze extreme ervaring toch weet om te buigen naar iets positiefs, is bijna onbeschrijfelijk. Bijna, want het is Annemiek gelukt het in alle eerlijkheid op te schrijven. Hoe zij worstelde als hulpverlener, als werknemer, als ‘ex’ en als moeder. Door ook de verhalen van andere betrokken hulpverleners op te nemen, krijg je als lezer een blik op de binnen- en de buitenkant van deze bijzondere vrouw, die, door dit krankzinnig toeval, in een zwart gat belandde. Tijdens de re-integratie krijgt ze nog een klap te verwerken, haar leven komt weer in een rollercoaster terecht. Haar ex-man, vader van haar zoon, komt op dezelfde manier om het leven. Lukt het haar om met steun van haar omge- ving en door het volgen van therapie, terug te keren op de haar zo geliefde ambulance? Zal ze erin slagen om voor haar jongste zoon een liefdevolle moeder te zijn en te blijven? Mail van agente Myrna. Dodelijke aanrijding 21 november 2015. Het is in de nacht van vrijdag 20, op zaterdag 21 november. Voor de vierde nacht op rij zit ik samen met mijn mannelijke collega in de auto. Het zijn onze eerste diensten samen sinds de samenvoeging van onze wijkteams. In de voorafgaande nachten hebben wij flinke gesprekken gehad. Gesprekken die je eigenlijk alleen hebt als je lang met dezelfde collega in de auto zit. Aan elk bureau zit wel zo’n collega die altijd betrokken is bij de heftigste incidenten en hij is er zo een. Wij hebben de noodhulp van onze collega’s overgenomen en rijden een rondje door Amsterdam West en zitten wat te kletsen. Ik grap nog tegen hem dat mijn karma toch sterker is dan die van hem, aangezien wij het de afgelopen nachten redelijk rustig hebben gehad. Ook deze nacht voor een vrijdag op zaterdag is het erg rustig. Stilte voor de storm zou later blijken. Het is 04:15 uur. Nog twee uurtjes voordat de ochtenddienst ons komt aflossen. Het is donker, ijskoud en het regent pijpenstelen. Wij krijgen een melding ongeval met letsel. Locatie: Heemstedestraat ter hoogte van het metrostation. Geen vreemde melding gezien de weersomstandigheden. Terwijl mijn collega naar de opgegeven locatie rijdt, lees ik hardop de informatie van de meldkamer voor: “Eenzijdig ongeval, auto tegen een boom, komen vlammen onder de auto vandaan, slachtoffer mogelijk overleden.” Shit!! Dit kan wel eens een flinke klapper zijn. Wij beseffen dat wij als eerste ter plaatse zullen zijn en ik trek alvast mijn latex handschoenen aan en spreek met mijn collega af dat hij de brandblusser pakt. Wij rijden inmiddels op de Heemstedestraat en zien in de verte (komma weg) vaag het metrostation, door het slechte weer zien wij geen hand voor ogen. Als wij dichterbij komen zien wij rechts van de rijbaan, op het gras, een personenauto tegen een boom staan. De hele linker voorzijde is door de boom verwoest. Collega positioneert onze auto dusdanig dat er niks meer langs kan. Ik zie geen vlammen en ren met mijn zaklamp richting het voertuig. Ik zie een paar mensen om de auto heen staan en ik hoor dat er naar mij geroepen wordt: “Hij is dood, hij is dood.” Ik ben gefocust op het vinden van slachtoffers en het verlenen van hulp en probeer door de regen en wrakstukken heen te kijken en zoek met mijn zaklamp naar het slachtoffer. Ik sta aan de linkerzijde van de auto en roep naar mijn collega: “Ik zie niemand.” Hij staat inmiddels naast mij met de brandblusser en zonder iets te zeggen lopen wij zoekend met onze lampen, ieder een kant op, om de auto heen. Als ik bij het rechterraam sta schijn ik plotseling in het gezicht van een jonge jongen die op de bestuurdersstoel zit... Verhaal van collega Gezieneke. Ambulanceverpleegkundige van de tweede ambulance die ter plaatse kwam. 21 november 2015. Gezellig samen met Johan nachtdienst! Het is een nachtdienst zoals we die wel vaker hebben. Veel klein leed casussen. De klok tikt rustig door en ondertussen zitten we al in de 2de helft van de nacht. We zitten binnen op de post Oost aan een kopje thee als onze pager/pieper weer gaat. Melding: auto tegen boom/auto staat in brand/ 1ste ambulance, brandweer, politie en MMT ook aanrijdend. Straat/locatie staan vermeld in het MDT. Johan kent de stad goed, weet waar het is, dus gas erop. “Dit kan wel eens klussen worden”, zeiden we tegen elkaar. Terwijl Johan behendig de ambulance met spoed door de straten van de stad manoeuvreert, trek ik mijn handschoenen aan, wrijf mijn handen tegen elkaar en voel me er helemaal klaar voor! Als het incident in zicht komt zien we geen brandende auto, maar wel een auto om een boom gevouwen. Onze eerste indruk : serieuze shit hier! De 1ste ambulance is al ter plaatse en ik zie dat het Annemiek is. “Ah leuk, gezellig, lekker klussen met Annemiek“, gaat er om in mijn hoofd! Voorheen heb ik veel met Annemiek gereden. We konden altijd lekker samenwerken en hadden altijd genoeg stof om te kletsen. Over onze kinderen, relaties, vakanties en over het leven. Door de teamchange binnen het bedrijf een paar jaar geleden, zijn we op andere posten in de stad komen te werken. In de verte zie ik ook Rob lopen. Voor de teamchange zaten we ook samen in hetzelfde team, dus ook geen onbekende voor me. Ik denk top! Een goed team met z’n 4-en, dus laat maar komen. We kunnen deze casus aan als het eropaan (los of aan elkaar?) komt! En… het kwam erop aan (los of aan elkaar)! Nadat Johan de ambulance goed geparkeerd had en wij uitstapten, kwam Annemiek naar me toe gerend. “Het is de auto van m’n ex”, riep ze. Ik keek in de verte, zag het wrak en dacht… hoe dan! “Ja echt, het is de auto van m’n ex!”  Mijn brein en lichaam sprongen gelijk op AAN!!  Rob kwam ondertussen vanaf het wrak onze kant op gelopen en hij vroeg of ik met hem mee wilde gaan kijken in het wrak. Annemiek bleef staan waar ze stond. Johan en ik keken elkaar aan en we dachten tegelijk hetzelfde. “Ik blijf hier bij Annemiek”, zei hij en: “Jij gaat met Rob mee”.  De afstand van de ambulance en het ongeval was zo’n 30 meter, schat ik. Rob en ik liepen ernaartoe. “Niets meer aan te doen”, zei hij ondertussen!... Verhaal van Barry van de brandweer. Mijn naam is Barry, bevelvoerder bij de brandweer Amsterdam. Ik ben benaderd door Annemiek om mijn visie te delen, omtrent het noodlottige ongeval waar haar dierbare zoon bij is omgekomen. 21 november 2015 omstreeks 04:15 uur is de autospuit Pieter (Kazerne gelegen aan de Poeldijkstraat) samen met de officier van dienst gealarmeerd. De melding betrof een “ éénzijdig ongeval met beknelling, Heemstedestraat”. De kazerne Pieter is gelegen op ongeveer 500 meter van het ongeval, hierdoor was de autospuit binnen enkele minuten na de melding ter plaatse. Ter plaatse trof ik een personenvoertuig (SUV-model) aan dat ter hoogte van de B-stijl tegen een boom aan zat. Eén persoon was bekneld, verder was er geen verkeer op straat (komma weg) en waren er geen andere getuigen. Hierop de bemanning het “stabilisatie materiaal en hydraulisch redgereedschap” gereed laten maken. Hiermee kunnen wij de auto stabiliseren en eventueel delen wegknippen die bij een redding in de weg zitten. Door de lichtmast van de autospuit kon de plaats van het ongeval goed worden verlicht. Inmiddels waren de ambulance en politie eveneens gearriveerd. Voor de brandweer (komma weg) heeft het redden van levens (komma weg) de hoogste prioriteit. “Normaal” gesproken maakt de bezetting van de 1e ambulance een eerste inschatting van het letsel (komma weg) en de daarbij behorende prioritering van spoed. Zij geven aan wat ze graag willen (komma weg) en de brandweer regelt dat. Bijvoorbeeld (komma weg) dak eraf, deur eruit, dashboard weg, noem maar op. E.e.a. in goed overleg waarbij het welzijn van het slachtoffer voorop staat. Ik ben de bezetting van de ambulance tegemoet gelopen (komma weg) om te overleggen. Hierop merkte ik een weifeling bij hun of hen om aan de slag te gaan. Ik dacht bij mijzelf “kom op nou.“ Vervolgens hoor ik de chauffeur van de ambulance tegen haar collega zeggen: “Dat lijkt wel de auto van mijn ex, ga jij maar.” Hierop ben ik samen met haar collega (komma weg) naar het voertuig gegaan, waarop de verpleegkundige constateerde dat hulp niet meer mocht baten. Inmiddels werd duidelijk dat het uiterlijk van het slachtoffer (komma weg) niet overeenkwam met de leeftijd van de eigenaar van het voertuig... Stefan van de brandweer, zijn verhaal. Het is vrijdag 20 november 2015 als ik mijn 24-uurs dienst als brandweerman begin op mijn kazerne Victor in Amsterdam-Oost. Er is één man te veel in dienst en om iets over 08:00 uur gaat de telefoon dat er iemand af moet lossen naar kazerne Pieter i.v.m. een tekort aan personeel aldaar. Het is mijn beurt om te gaan, dus ik pak mijn uitrusting in en stap in de auto naar kazerne Pieter aan de Poeldijkstraat. De dag verloopt zoals alle andere dagen, we doen boodschappen, oefenen en sporten met tussendoor onze uitrukken. Rond 22:00 uur gaat iedereen naar bed en we zeggen nog tegen elkaar: “Ik wil je pas weer morgenochtend zien.” Dan gaat rond 04:15 uur het alarm af. De melding is een ongeval met letsel op de Heemstedestraat. Dit is letterlijk om de hoek van de kazerne! Wij trekken onze kleding aan en springen in de autospuit. Het slachtoffer zou mogelijk nog in het voertuig zitten krijgen we mee als we aanrijdend zijn. Ik heb nummer 3 en dat betekent bij een ongeval dat je de veiligheidsman bent en bij het incident alle gevaren bekijkt zoals eventueel brand en uitstromende vloeistoffen. Wij komen aan bij het incident en we zien een auto tegen/om een boom staan die behoorlijk in de prak ligt. Samen met de nummers 1 en 2 van de autospuit lopen we naar het voertuig. Ik heb een straal mee om eventuele brand te kunnen blussen. Onder de auto zie ik wat kleine vlammen die ik gelukkig snel gedoofd heb. De nummers 1 en 2 zien al snel dat het ongeval een tragische afloop heeft. Elk bemanningslid heeft een nummer en zo zijn eigen taak. Vlak na ons komt ook de 1e ambulance ter plaatse. Omdat mijn vrouw ook bij de ambulance werkt en ik sommige mensen dus ook ken, kijk ik wie het zijn. Oké wel bekende gezichten, maar kwam zo even niet op de namen. Ik zie wel dat de chauffeuse uitstapt en een beetje vertwijfeld bij haar voertuig blijft hangen. Iets wat me gelijk opviel, omdat het ambulancepersoneel vaak meteen naar het slachtoffer snelt. Dan hoor ik haar vrijwel gelijk zeggen dat de auto die om de boom heen gekruld staat de auto van haar ex-man zou kunnen zijn, omdat het dezelfde auto is. Het kenteken wordt gecheckt en het gaat inderdaad om de auto van haar ex-man. Omdat een aantal van ons bij het voertuig is geweest konden we wel met grote zekerheid zeggen dat het niet ging om een ouder persoon, maar dat het ging om een jonger iemand die nog in de auto zat. Het bleek haar zoon te zijn die zojuist was verongelukt. Nee, dit kan niet waar zijn! Dat is wat je gelijk denkt… Ik zie haar door haar benen zakken en hoor haar schreeuwen. Het gaat door merg en been en iedereen is doodstil… Zij vraagt nog aan de politie om het kenteken nogmaals te checken om er echt zeker van te zijn dat het de auto van haar ex-man is… Ze wordt opgevangen door de politie en we zijn met z’n allen aangeslagen. Wij keren terug naar de kazerne waar we onze inzet nog gaan nabespreken. Na het bespreken...

Maak jouw eigen website met JouwWeb